Familieopstellingen
Een familieopstelling is een ruimtelijke weergave van een familiesysteem. Je kunt het zien als een levende familiefoto. Op de “foto” staan bijvoorbeeld je vader en moeder, je broers en zussen. In de familieopstelling staan niet je echte vader, moeder of broer en zus. Mensen uit de groep worden plaatsvervangers voor de figuren op de “foto”. We noemen ze representant. De vraagsteller neemt de representanten bij de schouders en beweegt hen in de ruimte totdat hij, volgens zijn innerlijke gevoel, de juiste plaats voor hen heeft gevonden. Wanneer alle representanten hun plaats hebben gekregen, gaat de cliënt aan de kant zitten.
De begeleider vraagt nu een voor een aan de representanten hoe zij zich voelen op die plaats en ten opzichten van elkaar. Daarbij gebeurt iets onverklaarbaars: de representanten zijn in de opstelling in staat de onderliggende emotionele en mentale structuur van de familie, met alle verstoringen, duidelijk weer te geven. Zij doen dat zonder enige informatie van buitenaf, want ze weten alleen dat ze bijvoorbeeld de moeder, de grootvader of partner zijn. Zij kunnen als vanzelf aanvoelen hoe de familieleden zichzelf en ten opzichte van elkaar voelen. Ook overleden familieleden kunnen worden opgesteld.
Het doel van familieopstellingen is om symptomen en onbewuste dynamieken inzichtelijk te krijgen.
Begeleider – Vraaginbrenger – Representanten
De opstelling start met een kort gesprek tussen de begeleider en de vraaginbrenger over de feiten uit zijn systeem. Indien nodig maakt hij een genogram. Daarna zal de begeleider de vraaginbrenger zal uitnodigen mensen te kiezen die voor zijn familieleden representant willen zijn. Dat kan zijn een representant voor de vader, één voor de moeder, één voor een broer of zus en één voor zichzelf. Daarbij maakt het niet uit wie hij kiest als representant.
Als de representanten gekozen zijn dan stelt de vraaginbrenger ze ruimtelijk in relatie tot elkaar op. Het is gebruikelijk dat de vraaginbrenger de representanten met beide handen bij de schouders neemt en hen vanuit dat contact naar de juiste plaats brengt. Tijdens het opstellen blijft de vraaginbrenger bij zichzelf, voelt zijn eigen innerlijke beweging en volgt deze tot de plaats voor de betreffende representant juist voor hem aanvoelt. Hij is tijdens het opstellen niet alleen met de representanten en met zichzelf in contact, maar ook met het krachtenveld daar omheen. Van daaruit ontvangt de vraaginbrenger signalen, die hem helpen de juiste plaats voor een representant te vinden. Zo doet hij dat met alle representanten, totdat ze allemaal hun plaats gekregen hebben.
De begeleider stelt vervolgens vragen aan de representanten en de opstelling komt tot ‘leven’ doordat de representanten informatie verschaffen over gevoelens en gedachten en de eventuele drang om te bewegen. Hierdoor wordt de onderliggende dynamiek in het systeem zichtbaar. Door herkenning van de dynamiek is verandering mogelijk, waardoor de energie weer kan stromen. Het systeem kan herstellen wanneer een gezonde plek voor alle leden is gevonden.
De representanten letten, terwijl ze opgesteld worden, nauwkeurig op veranderingen in hun lichamelijke gewaarwordingen en gevoelens. Bijvoorbeeld dat hun hart sneller klopt, dat ze naar de grond willen kijken, zich plotseling zwaar of juist heel licht voelen, of woedend of verdrietig worden. Ook is het behulpzaam als ze letten op de beelden en de woorden die van binnen naar voren willen komen.
Om voor jezelf een beter beeld te krijgen van hoe een opstelling eigenlijk werkt, kun je altijd eerst meedoen als representant.
Voor een uitgebreide uitleg kun je ook kijken op: